Energie en materie zijn evenredig zoals Einstein al zei, E=mc^2

Dit is het makkelijkste voor te stellen als dat je een wiskunde schrift hebt met hokjes papier. Daar leg je een balletje op (wat het electron voor moet stellen) dat balletje druk je plat. Nu zal je zien dat meerdere hokjes in het hokjespapier ingenomen worden door het platgedrukte balletje. Ieder hokje stelt een Planck lengte voor. Planck lengte is de kleinste lengte en breedte die er is in het hokjes papier. Zo kan een balletje dus meerdere hokjes innemen en is dus eigenlijk geen eenvoudig enkel ding. Maar een verzameling van energie (hokjes in je hokjespapier schrift.) Dit betekent dat als je een electron (het balletje) op 2 hele dunne spleten richt, zeg maar 1 hokje breed, het balletje zich kan breken in meerdere balletjes en achter de spleet weer samenkomt als een enkele verzameling zijnde 1 enkel balletje. Ik hoop dat ik een beetje heb duidelijk heb uitgelegt in 2 dimensies weliswaar hoe het kan dat een electron (maar ook fotonen) zich op meerdere plekken tegelijkertijd kan bevinden in de tijd ruimte. Want het hokjesschrift stelt de tijdruimte voor. Ook kan je je voorstellen dat een heel energie rijk deeltje zoals een foton van meer dan 1.022 GigaElectronVolt (veel hokjes in het hokjespapier laat maar zeggen) uit elkaar valt en breekt in 1 electron en 1 positron oftewel materie en antimaterie. Het enige wat je hoeft te begrijpen is dat dit komt doordat de tijd ruimte weliswaar rekbaar is, maar ook zomaar een deeltje zoals energie (foton) kan breken doordat de tijd ruimte niet meerekt en de Planck lengte wordt overschreden.

Wat ik heb uitgelegd is dus het 2 spleten onderzoek waarbij 1 deeltje door 2 spleten lijkt te gaan. En waarom zomaar uit energie materie en antimaterie kan ontstaan, maar ook waarom uit materie en antimaterie het omgekeerde gebeurt en er een foton ontstaat van 1.022 Giga electron volt als een positron (511 kilo electron volt) en electron ( 511 kilo electron volt) elkaar ontmoeten. En alles is er op gebasseerd dat materie uit energie bestaat. Dat wil zeggen E=mc^2 geldt voor alles.